‘We moeten het samen doen’
Capelle en Krimpen aan den IJssel praten over morgen
Zes zorgorganisaties in de regio Krimpen en Capelle aan den IJssel ontwikkelden met elkaar een toekomstvisie op ouderenzorg in de regio. Wat hebben cliënten, medewerkers en de organisaties nodig om ook straks goede ouderenzorg te bieden? En hoe kunnen ze hierin samenwerken? Een van de uitkomsten: een maatschappelijk debat met inwoners. Dit sluit precies aan bij de boodschap die belangenorganisatie ActiZ in het najaar aan het Nederlands publiek meegeeft met de campagne: ‘Praat vandaag over Morgen’. In de regio Capelle en Krimpen vinden inmiddels de eerste gesprekken plaats. Ook de gemeenten haken hierbij aan. Bestuurder Marian van Roosmalen: ‘De ouderenzorg gaat ons allemaal aan. Sluit de zorg van nu nog aan bij wat mensen in de toekomst van de ouderenzorg willen? Daarover willen we het gesprek op gang brengen.’
‘Een gezamenlijke visieontwikkeling vonden we nodig, omdat er allerlei trends en factoren zijn die maken dat het belangrijk is om na te denken over de toekomst van de ouderenzorg’, legt Marian van Roosmalen uit, bestuurder bij De Vijverhof in Capelle aan den IJssel. ‘Denk aan de vergrijzing die alleen maar groter wordt, de afname van jeugd en minder arbeidspotentieel. Ook de financiering van de zorg staat onder druk. Met elkaar hebben we geformuleerd wat wij willen realiseren en welke antwoorden wij zien op deze ontwikkelingen. Dat gaat dan over hoe we de zorg in de regio verdelen, afspraken over hoe we personeel voor de regio behouden en hoe we onze zorg afstemmen op het langer thuis wonen van ouderen.’
Ouderenzorg van allemaal
Een van die antwoorden is ook een maatschappelijk debat over de ouderenzorg. Van Roosmalen: ‘De ouderenzorg gaat ons allemaal aan. Mensen hebben in de toekomst misschien wel andere wensen. De zorg is nu toch op een bepaalde manier georganiseerd en naar mijn mening ook redelijk geïnstitutionaliseerd. Sluit dat nog aan bij wat mensen in de toekomst van de ouderenzorg willen? Daarop willen we mensen bevragen en het gesprek hierover op gang brengen. Hoe vinden zij dat de ouderenzorg er straks uit moet zien? Wat hebben zij van ons als organisaties hierbij nodig? En zijn die verwachtingen realistisch?’
Publieksaanpak ‘Praat vandaag over morgen’
Met de wens voor dit debat sluit de regio precies aan op de publieksaanpak ‘Praat vandaag over Morgen’ die ActiZ, belangenorganisatie voor zorgorganisaties, op de planning had staan. Stel het niet uit. Praat vandaag over morgen, is de boodschap die hierin centraal staat. ActiZ wil hiermee iedereen in Nederland oproepen om het gesprek aan te gaan over ouder worden. Er zijn gesprekskaarten ontwikkeld, een website (www.praatvandaagovermorgen.nl) met voorbeelden, inspiratie en tips en er volgen debatreeksen. Ook is er een rondreizend ‘Praat vandaag over morgen-bankje’ waarop Nederlanders met elkaar in gesprek gaan over hun verwachtingen over hun eigen oude dag en die van de mensen om hen heen. Daarnaast wordt gewerkt aan een regionale aanpak. Krimpen en Capelle fungeren hiervoor nu als pilot.
In deze gemeenten worden dit najaar in de hele regio live groepsgesprekken georganiseerd. Met vrijwilligers, leden van de cliëntenraden, maar ook met jongeren. Met elkaar gaan zij in gesprek over verschillende facetten van ouder worden, zoals wonen, mantelzorg en technologie. Ook reist het ‘Praat-vandaag-over-morgen’- bankje van ActiZ door de gemeenten. Iedereen kan hierop plaatsnemen en het gesprek over de toekomst van de ouderenzorg voeren. De gemeenten zelf zijn nauw betrokken. Zo nodigen zij allerlei organisaties uit om mee te doen. Wethouder Marc Wilson van Capelle aan den IJssel: ‘Capelle krijgt, zoals veel gemeenten, te maken met een sterke vergrijzing. Het aantal 80-plussers verdubbelt naar 6500 en het aantal 65-plussers neemt toe met 37%. Dat vraagt aanpassingen op het gebied van wonen en voor voorzieningen die we hebben. Uiteindelijk willen we dat Capellenaren hier wel prettig kunnen blijven wonen. Dan moeten we hier nu wel actie op ondernemen.’
Levensbestendig wonen
De gemeente neemt zelf al allerlei maatregelen. ‘We bieden bijvoorbeeld een blijverslening, waarmee 65-plussers voordelig aanpassingen in hun woning kunnen doorvoeren. Er is een servicepunt mantelzorg en met de Alliantie Een tegen Eenzaamheid en 40 organisaties uit Capelle is plan van aanpak gemaakt om eenzaamheid terug te dringen. Er is een Ouderencoach, die korte lijntjes heeft met de huisartsen. Dat werkt echt fantastisch.’ Maar benadrukt Wilson mensen moeten ook zelf in actie komen en dingen regelen voor hun oude dag. Daarvoor ontwikkelde de gemeente al de campagne met de fictieve Ben van Waarde in de hoofdrol. ‘Ik stel hem altijd voor als mijn buurman van 61. Via hem proberen we bewustwording op gang te brengen. Wonen mensen wel levensbestendig? Hoe zijn de taken verdeeld in huis? Regelt de een bijvoorbeeld altijd de financiën en weet de ander dan hoe het moet als diegene wegvalt?’ Hij verwacht dat de gesprekken ook aan deze bewustwording gaan bijdragen.
Meer partijen
Als de gespreksrondes zijn geweest, volgt in december een debat waarvoor inwoners, maar ook partijen als woningcorporaties, welzijnsorganisaties en middenstanders worden uitgenodigd. Voor die partijen ziet Van Roosmalen ook een rol. ‘Ondernemers kunnen belangrijk zijn bij innovatie. Bijvoorbeeld hoe je ouderen beter ondersteunt bij boodschappen online doen. Of misschien moet het buurtwinkeltje juist weer terug. Op het gebied van wonen liggen natuurlijk ook veel uitdagingen. Kunnen er meer appartementen komen voor ouderen? Is het mogelijk om meer diversiteit en flexibiliteit aan te brengen? Is er meer te sturen op groepswonen of op woonvormen, waarbij het buurtnetwerk meer een rol speelt. We moeten in ieder geval concepten ontwikkelen die niet over 20 of 30 jaar alweer achterhaald zijn.’ Wilson rekent daarom ook op aanwezigheid van projectontwikkelaars. ‘Ik hoop echt dat het thema ouderen meer op de agenda en in hun hoofden komt. Vaak zijn ze nog te veel gericht op verdienen en niet op hoe een appartementencomplex kan bijdragen aan het woonplezier van ouderen. Ik heb nog nooit met een projectontwikkelaar gesproken die nadenkt over ontmoetingsruimtes of een binnentuin. Dat vind ik echt jammer.’
Ondersteuning van levensgeluk
Van Roosmalen is heel benieuwd naar de uitkomsten. ‘Mijn hoop is dat we door toekomstige ouderen meer te betrekken aan de voorkant, we een andere beweging op gang krijgen. Zelf denk ik natuurlijk ook in een bepaald stramien, maar eigenlijk moet je out-of-the-box denken. Wellicht dat we dingen van nu willen behouden, maar het kan misschien ook helemaal anders. Ik verwacht bijvoorbeeld dat er meer nadruk komt op ondersteuning van levensgeluk dan op ondersteuning bij zorg. Hierdoor kun je andere medewerkers inzetten bij ouderenzorg. Ook zal het netwerk rondom ouderen belangrijker worden, verwacht ze. Ze hoopt in ieder geval dat de beeldvorming rondom ouderen ook gaat veranderen. ‘We moeten af van het idee dat ouderen oud en hulpeloos zijn. We zouden meer gebruik moeten maken van hun levenswijsheid, zodat zij zich ook lang nuttig kunnen voelen.’
De uitkomsten van de gesprekken worden gebruikt om het gesprek aan te gaan met allerlei stakeholders uit de regio en voor aanscherping van beleid. ‘Als VVT-organisaties zullen we met elkaar gaan bekijken wat dit nu voor ons betekent. Wat zegt het over hoe we het nu hebben georganiseerd en wat er moet veranderen. Afhankelijk daarvan, zullen we per jaar kijken wat het concreet betekent voor onze aanpak, welke prioriteiten we stellen en welke stappen we zetten.’ Ook voor de gemeenten zullen de uitkomsten input vormen voor het beleid. Wilson: ‘Ik vind het ontzettend belangrijk om te weten wat de wensen zijn van mensen zelf. Deze gesprekken zijn een goede graadmeter. Stel dat blijkt dat de inrichting van de buitenruimte anders moet. Dan zullen wij daar als gemeente iets mee doen.’
Het gesprek over de toekomst van de ouderenzorg moet zeker niet gezien worden als een bezuinigingskwestie, benadrukt Van Roosmalen. ‘Dat is absoluut niet wat erachter zit. We weten al langer dat we op een ander manier naar de ouderenzorg moeten gaan kijken. Daar zit wellicht ook een financiële component, maar dat is niet de aanleiding. Als dat zo was, was een van de oplossingen dat we meer geld krijgen. Maar de zorg, zoals die nu is, kan gewoon niet op dezelfde manier georganiseerd blijven. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid om te zien hoe het wel kan. We hebben in coronatijd gezien hoe we elkaar nodig hebben. Alleen gaat het niet lukken. We moeten het echt samen doen.’
